Suriname
ligt in het continent Zuid-Amerika en heeft 492.000 inwoners. Het grootste deel
is bergachtig en bedekt met tropisch regenwoud. In het noorden van Suriname
vind je enkele vruchtbare vlaktes met savannes en bossen. Het is er warm en
zonnig met, afhankelijk van de tijd van het jaar, veel regenbuien. Paramaribo is de
hoofdstad. Daar woont meer dan de helft van de bevolking. Vroeger woonden er
indianen in Suriname. Dat was in de 15e eeuw. Maar toen kwamen de Nederlanders
die allerlei besmettelijke ziektes meenamen: het aantal indianen verminderde sterk.
Tegenwoordig bestaat het grootste deel van de bevolking uit Hindoestanen, creolen, marrons en Javanen (zie tabel). In 1975 werd Suriname onafhankelijk en kreeg een vlag. Deze bestaat uit de kleuren groen, wit en rood. De kleur wit staat voor vrijheid, rood voor de vooruitgang en het groen staat voor de vruchtbaarheid van het land. De ster die in het midden staat, symboliseert de eenheid. De meeste mensen in Suriname spreken Nederlands. Twee belangrijke feestdagen in Suriname zijn Keti-koti en de Onafhankelijkheidsdag.